Toelichting niveaus
Gebieden en gebouwen verschillen in gebruik en van karakter, maar ook in hun belang voor het aanzicht en de identiteit van de stad. Een plan dat in het ene gebied goed genoeg is, komt mogelijk in het andere niet eens met de hakken over de sloot. Het welstandsniveau is een uitdrukking van de mate van inspanning die bij het opstellen van een plan wordt verwacht ten aanzien van de omgeving en van het bouwwerk op zichzelf.
Voor elk gebied is het gewenste welstandsniveau aangegeven. Het welstandsniveau sluit zoveel mogelijk aan bij het gehanteerde ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de gewenste ontwikkelingen. De kaart met welstandniveaus is op de pagina hiernaast afgebeeld.
Er gelden in Amsterdam vijf welstandsniveaus:
▪ Beschermd
Het beschermde niveau is gereserveerd voor monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten. Hier is behoud van cultuurhistorische waarden en de daarbij behorende kwaliteiten het uitgangspunt voor de welstandstoets.
▪ Bijzonder (sterk)
Bijzonder zijn gebieden waar van een ontwerp mag worden verwacht, dat het een bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en aan de kwaliteit van het bouwwerk op zichzelf. Dit zijn onder meer de gebieden met een groot belang voor het aanzien van de stad.
Het bijzondere niveau is ook van toepassing op gebieden, die in transformatie zijn of in opbouw en waar van de ontwerper of aanvrager een grotere inspanning mag worden verwacht om de kwaliteit van het gebied te helpen opbouwen.
▪ Gewoon
Het niveau gewoon geldt in een groot deel van de stad. Dit zijn gebieden, waar het beleid inzet op beheer van de bestaande kwaliteit. In deze gebieden speelt het aanzien van de stad als geheel een minder grote rol.
Hier is het beleid gericht op het praktisch beheer en is het welstands-beleid ondersteunend aan de gangbare kwaliteit van het gebied.
▪ Eenvoudig (licht)
In gebieden met het niveau eenvoudig (licht) zijn de ambities beperkt. Het welstandsbeleid is hier gericht op het voorkomen van incidenten, die de kwaliteit van het gebied of een gebouw onredelijk ver naar beneden halen. Hier is de bandbreedte ruimer, zodat zowel beheer als veranderingen een optimale wendbaarheid van het gebied mogelijk maken.
▪ Vrij
In welstandsvrije gebieden geldt geen toets, waarmee op grond van welstand de kwaliteit wordt bewaakt. Hier heeft de stad gekozen om het beheer van de gebiedskwaliteit op een andere wijze te regelen of om het particulier initiatief ruim baan te geven.
Geen preventieve toetsing
Naast deze vijf niveaus is er in een aantal gebieden met een aanvullende arcering gekozen voor een terughoudende invulling van het welstands-beleid. Hier vindt vooraf geen toetsing plaats van de veel voorkomende kleine bouwplannen of zelfs van alle soorten bouwplannen. Wie hier een plan maakt, krijgt het vertrouwen en kan zelf het -initiatief nemen bij de interpretatie van rede-lijke eisen van welstand. Van het resultaat wordt verwacht, dat het voldoet. De onder dit regime gerealiseerde bouwwerken mogen niet in ernstige mate strijdig zijn met redelijke eisen van welstand.
In een aantal gevallen hebben bouwwerken op zich een niveau, dat kan afwijken van het gebied waar ze deel van uitmaken. Tenzij anders vermeld, wordt in deze gevallen het hogere niveau gehanteerd. Voorbeelden zijn monumentale gebouwen in gewone welstandsgebieden.